10 jaar! Dat is een hele tijd, wat was je beweegreden om te beginnen?
Ik heb altijd 2 dingen gezegd: ik wil een wielrenteam begeleiden en dan ook mee gaan met wedstrijd en trainingskampen etc. en ik wil een eigen praktijk met name gericht op sporters. Nadat ik mijn studie halverwege 2011 van Voeding&Diëtetiek had afgerond ging ik de post-HBO opleiding sportdiëtetiek en de pre-master (vooral epidemiologie en statistiek) voor Bewegingswetenschappen volgen en had ik het geluk dat ik bij mijn toenmalige stageadres: praktijk In Balans in Hengelo kon blijven plakken en daar mijn eerste echte uren in het werkveld kon draaien. Dat ging een paar maanden goed: leuke collega’s en ik bouwde langzaam een spreekuur op in deze praktijk. Tot dat minister Schippers destijds roet in het eten gooide: in november 2011 kwam het bericht dat per 2012 de 4 uur dieetadvisering uit het basispakket (met een klein eigen risico van 100 of 120,- euro) eruit werd gegooid. Dieetadvisering werd niet meer vergoed. Hooguit ergens in een duur aanvullend pakket had je misschien 1 of 2 uur vergoeding. Heel diëtistenland stond op z’n kop, grote diëtistenorganisaties en thuiszorg groepen gingen in februari al failliet. Sylvia Jelierse, de eigenaresse van In Balans zag ook in haar organisatie de cijfers hard achteruit gaan en werd gedwongen 2 andere collega’s en ik te laten gaan om de praktijk nog in haar eentje voort te zetten. Ontzettend jammer, maar heel begrijpelijk helaas. Dat heeft me doen beslissen om toch voor mezelf te gaan beginnen, wellicht iets eerder dan dat ik zelf in gedachten had. Ook mijn andere 2 collega’s zijn samen een praktijk begonnen (diëtistenpraktijk Twente) en hebben zo hun eigen start kunnen maken. Zij bestaan nu ook 10 jaar!
Je noemt net zelf dat diëtetiek toen niet in het basispakket zat, hoe deed je dat dan?
Dat was inderdaad een heel lastige tijd. Ik probeerde een klantenkring op te bouwen met sporters die ook zonder vergoeding wilden investeren in voedingsadvies voor prestaties, met her en der nog cliënten die wel een goed aanvullend pakket hadden. Ik ben daarnaast als fitnessinstructrice á €7,- per uur gaan werken en elke euro die daar werd verdiend ging, naast mijn huur en basisbehoeftes, naar mijn praktijk: de aanschaf van een laptop, een website, dure diëtisten software, materialen etc. Ik ging in eerste instantie bij mensen langs huis: op mijn fiets of de Diahatsu Cuore van mijn vriend tot ik gelukkig al snel bij sportschool Trifora terecht kon. Vaak heb ik toendertijd met samenwerkende locaties afspraken gemaakt om huur van de locatie voor een paar uurtjes per week weg te strepen tegen gratis voorlichtingen of klantensupport. De mensen die mij toen op weg wilden helpen ben ik nog altijd heel dankbaar, anders had ik dat niet gered. Ook heb ik ontelbare keren voorlichtingen gegeven voor bijvoorbeeld studenten sportverenigingen voor een schijn vergoeding van €50,-. Alles voor naamsbekendheid en klantenwerving. Het resultaat was vaak echter dat ik uren bezig was met een presentatie precies voor de doelgroep te ontwerpen met goede infographics en plaatjes, een hele avond kwijt was aan presenteren, reistijd, klaarzetten en vragen etc. en vervolgens dacht men: ‘ah dank voor de info, nu weet ik alles’. (De kunst van het verkopen en dus niet alles prijs geven beheers ik niet zo) Dat is nog minder dan €7,- per uur haha. Maar ik heb altijd gedacht: de aanhouder die wint, dit gaat me ooit wel wat opleveren, maar heeft gewoon tijd nodig. Eerst zaadjes planten. Uiteindelijk begon dat ook te lopen en in 2015 kreeg ik het echt goed druk.
Je begon in mei 2012, maar je hebt ook nog in Schotland gewoond, hoe zit dat?
Toen ik begon combineerde ik de praktijk met mijn premaster Bewegingswetenschappen en werk als fitnessinstructrice. Nadat ik mijn pre-master gehaald had, ben ik naar Maastricht verhuisd voor de master en ging ik 2x per week (4u treinen per rit) voor avond en weekendspreekuur weer terug naar Enschede. In februari 2013 kon ik mijn afstudeeropdracht bij jonge profvoetballers in Glasgow uitvoeren, een kans die ik niet kon laten liggen! Ik heb toen mijn spreekuur aan een goede vriendin (Karen Ruijter) van de diëtistenopleiding toevertrouwd die op dat moment juist een master Gezondheidswetenschappen in Enschede volgde. Toen ik in juli 2013 weer terug was heb ik het stokje weer overgenomen.
Dat is niet de enige keer gebleven dat jij jouw praktijk door anderen liet waarnemen of wel? Wat was de stap om personeel aan te nemen?
Begin 2016 kwam ik in contact met wielrenteam Giant-Alpecin (Later Team Sunweb, nu Team DSM) of ik daar fulltime wilde werken als voedingsexpert én kok. Een mooie uitdaging, maar ik gaf ook aan: ik kan en ga mijn opgebouwde praktijk die eindelijk goed druk is niet ‘opgeven’. Gelukkig zijn we daar uitgekomen en heb ik in mijn sporadische vrije tijd nog een beetje spreekuur gedraaid, maar met name enkel wat administratie. Dat was de reden om personeel aan te nemen en kwam Jorien en later Kiira in dienst. Zij hebben de boel echt draaiende gehouden en werden door mij toch wel aardig in ‘het diepe gegooid’. Gelukkig is Jorien nog altijd een heel fijn gewaardeerde collega! En later zijn we nog verder uitgebreid.
Vertel eens wat over de tijd om fulltime te werken bij zo’n professioneel wielerteam?
Bij het team heb ik hoogtepunten en dieptepunten gekend. Het eerste jaar zat ik enorm veel in het buitenland: Van etappe koers Parijs-Nice, naar 5 dagen thuis zijn door naar Catalunya en weer 5 dagen later naar Baskenland met op de terugweg nog even Parijs-Roubaix. Toen een kleine tussenstop tot Dauphine en daarna Tour de France en de Vuelta. Tussendoor nog gauw andere renners spreken, protocollen lezen en herschrijven, mijn praktijk administratie doen en soms nog zelfs een klein spreekuurtje draaien. Als ik een cliënt moest uitleggen dat ik niet kon i.v.m. een koers kreeg ik wel eens te horen: ‘ach, dat is voor jou toch ook een beetje vakantie?’ kreeg ik wel eens kortsluiting! De dagen op een koers zijn enorm lang en intens. Als eerste sta je op om het ontbijt voor te bereiden, dan uitserveren, opruimen, auto en koffer weer inpakken, hop naar het volgende hotel: weer kennismaken, ingrediënten inspecteren, ingrediënten bijkopen in een lokale supermarkt, misschien even rust pakken als het lukt en dan weer de keuken in voor de avondmaaltijd, uitserveren, zelf eten, schoonmaken en brood bakken voor de volgende dag en als laatste de lichten uitdoen. Zeker in een lange etappe koers als de Tour de France: je komt er al dagen eerder i.v.m. voorbereiding, op rustdagen verwachten renners een wat ‘feestelijke maaltijd’ dus ben je nog drukker en je hebt geen dag even weekend, even een uurtje langer slapen of een collega die het kan overnemen is er niet bij. Ik herinner me de etappe die Tom Dumoulin won in Andorra in de tour van 2016 nog goed. Het was nóg vroeger opstaan dan normaal omdat er maar 1 weg was naar Andorra en je moest met een ingepakte auto al de tourkaravaan voor zijn, anders kwam je er niet meer langs. Bang om me te verslapen heb ik bijna geen oog dicht gedaan. Eenmaal onderweg heb ik nog feedingbags aangegeven en eindelijk kwam ik pas aan het eind van de middag in het hotel aan. Daar was het wel duidelijk dat Tom op kop lag en mogelijk zou gaan winnen. De NOS wilde onze (personeel) reactie op de overwinning filmen en toen ik zei: dan moet ik maar een taart als toetje serveren hoorden ze dat en wilden ze dat ook nog filmen. Toen er s’avonds getoast werd was ik eigenlijk te moe om écht blij te zijn en de tour was nog lang niet voorbij haha. Toch was het enorm gaaf om die laatste dag daar aan de Champs Elysee te staan, dat je daar onderdeel hebt mogen zijn van die teamprestatie. Je ontmoet ook veel boeiende en aardige mensen, komt op mooie plekken en het is nooit saai. De jaren erna is er gelukkig wel het een en ander veranderd in mijn functie en ben ik minder gaan koken, er kwamen koks en diëtisten bij en ik ben meer op de achtergrond gaan aansturen. Een enorm inspirerende omgeving op het hoogste niveau waar ik al mijn plannen: van afweegsystemen voor voeding in de koers tot aan nog betere ingrediënten in sportvoeding en nog veel meer nieuwe innovaties tot werkelijkheid kwamen. Toen afdeling voeding daar eenmaal ‘stond’ en het enkel nog draaide om uitvoering en details, merkte ik dat mijn motivatie afnam en mijn behoefte naar meer tijd voor mijn eigen praktijk en sport toenam. Uiteindelijk heb ik na 4,5 jaar afscheid genomen en ben ik weer meer in mijn praktijk gaan werken en parttime FC Twente ernaast.
Van wielrennen naar voetballen, dat lijkt me wel een verschil?
Dat is het ook! Binnen het voetbal is het besef dat voeding een onderdeel is van prestatie er zeker wel, maar écht een groot aandeel had het (nog) niet. Vele mooie stappen zijn inmiddels al gemaakt van kleuren en weeg -systemen uitrollen, tot overleg met de koks, medisch en technische staf en bepaalde werkwijzen bijvoorbeeld rondom thuis en uitwedstrijden. Het fijne in de voetballerij is dat het altijd heel makkelijk en direct schakelen is, want iedereen is dichtbij en toegankelijk en het is ook een fijn team. Inhoudelijk is het voedingsniveau over het algemeen in de wielrennerij m.b.t. innovaties, exacte afstemming van voedingsstoffen en productontwikkeling wel een stuk hoger, maar je hebt ook altijd te maken met renners en wedstrijden verspreid over de hele wereld. Veel dingen moet je oplossen op een andere manier. Een andere manier van werken maar beide manieren hebben voor en nadelen. Naast het werken in en voor een organisatie is het natuurlijk ook samenwerken met individuele sporters en zowel in het wielrennen als in het voetballen zit daar veel variatie in. Je hebt atleten die erg geïnteresseerd zijn, aan een half woord genoeg hebben en zelf kunnen rekenen of juist atleten die geen interesse hebben, niet willen veranderen of tot in detail begeleid moeten of willen worden. Dat is ook juist het leuke: er is nooit een absolute waarheid of manier van werken: je moet altijd aanvoelen waar behoefte aan is en waar het meeste winst door te behalen valt.
Wat is überhaupt het verschil tussen werken voor een (top)sportorganisatie en je praktijk?
Bij mijn praktijk komen mensen (weliswaar soms met verwijzing) zelf naar me toe voor advies ten opzicht van een wens: er is dus altijd een vorm van motivatie dat men zelf heeft om zijn of haar voedingspatroon aan te passen om te voldoen aan een wens bijvoorbeeld prestaties te verbeteren, af te vallen, aan te komen of van een klacht af te komen. Vervolgens gaat een cliënt er zelf in zijn of haar thuissituatie mee aan de slag en bespreken we alle uitdagingen en praktische bezwaren of omstandigheden met elkaar en hoe we dit bijvoorbeeld werkbaar kunnen maken. In een team kies je de sporters niet zelf en zij jou niet: je bent elkaars collega en daar ben je verantwoordelijk om ervoor te zorgen dat je het team zo goed als dat je kan ondersteunt met voedingsadviezen voor prestatie. Je komt er niet alleen voor wat adviesjes te schrijven en berekenen, of in te springen op die ene wens van die ene sporten. Je komt voor het volledige voedingsbeleid: wat te doen met supplementen, antidoping, eten op de club, eten in een hotel, rondom wedstrijden, met sportvoeding (en sportvoeding leveranciers/ontwikkelaars). Hoe zorg je ervoor dat als jij er niet bent het nog steeds loopt zoals dat je wilt dat het zou moeten lopen. Hoe zorg je ervoor dat je bepaalde data krijgt die je nodig hebt voor je berekeningen en hoe bepaal je in een organisatie wat het beste is voor de sporter. Bijvoorbeeld verandering in lichaamssamenstelling: aankomen, afvallen, vet% verliezen, spiermassa opbouwen. Wat is exact het beste voor die sporter en de situatie en prestatie? Dat vereist input van vele disciplines.
Wat is de doelgroep van de praktijk?
Natuurlijk richten wij ons met name op sporters, maar eigenlijk is onze doelgroep erg uiteenlopend. Een ding staat altijd voorop: het is niet voeding alleen. De naam Voeding versus Conditie is destijds al heel bewust gekozen om de schakel met het beweegpatroon te maken. Iemand die absoluut niet wil bewegen, ongeacht het niveau, is bij ons niet aan het juiste adres. Energie afstemmen op de behoefte is waar we goed in zijn als sportdiëtist: of dat nou om topsport gaat of om iemand die het voorzichtig lukt 2x per week te wandelen. Vervolgens gaat het natuurlijk om de invulling: wat werkt voor iemand wel of niet en wat is het gedrag rondom voeding. Soms gaat het 2 gesprekken inhoudelijk over voeding en daarna vooral om de emoties, sociale situaties, motivatie en andere praktijkvoorbeelden hoe voeding blijvend kan worden verbeterd in iemands leven. En voor diegene die het echt lastig vinden beweging op te pakken, bijvoorbeeld door allerlei beren op de weg. Of overige factoren van leefstijl zoals slaap en zingeving niet in balans hebben, hebben wij onze dienstverlening uitgebreid met onze leefstijlcoach Esther.
Op naar nog een keer 10 jaar erbij? Waar zou je dan willen staan?
Hopelijk wel! En wie weet waar we dan staan!?! Ik hoop dat mensen ons dan nog steeds goed weten te vinden, wie weet wel nog beter. En dat we alle locaties alle dagen goed bezet hebben en veel mensen kunnen helpen rondom voeding en leefstijl. Dat eens of regelmatig naar de (sport)dietist of leefstijlcoach net zo normaal is als naar de tandarts of fysiotherapeut en niet raar, eng, belerend of een te grote drempel is, maar een mooie investering in jezelf voor je gezondheid en/of prestaties.